De slaap wordt verdeeld in vijf verschillende fases met ieder een eigen doel. Fase 1 t/m 4 worden NREM-slaap genoemd, oftwel non-REM-slaap. De vijfde fase is de REM-slaap. Gedurende de nacht doorloop je meerdere keren de vijf fases. Het doorlopen van deze vijf fases wordt een cyclus genoemd en zo een cyclus duurt ongeveer 90 tot 120 minuten. Je doorloopt één cyclus gemiddeld vijf tot zes keer per nacht.
Fase 1
Dit is de overgangsfase tussen wakker zijn en slapen. Het kan voorkomen dat je lichaam één of enkele schokkende bewegingen maakt dit komt doordat je spieren zich ontspannen. Ook kun je het gevoel hebben of je uit balans bent of alsof je valt.
Fase 2
Dit is het begin van de daadwerkelijke slaap. De slaap is nog niet heel diep maar je wordt niet meer van ieder geluid wakker. Dit is het belangrijke deel van de slaap.
Fase 3
Dit is de overgangsfase van de ondiepe naar de diepe slaap. In deze fase is het lichaam totaal ontspannen
Fase 4
Dit is de fase van de diepe slaap. Je bent geheel ontspannen. Je bent moeilijk wakker te krijgen. Als je wel wakker wordt gemaakt ben je vaak geïrriteerd, traag van begrip en soms gedesoriënteerd. Deze fase is de diepste en meest herstellend voor het lichaam.
REM-slaap
In deze fase is er een grote hersenactiviteit. Doordat het brein zo actief is kost deze fase juist energie in plaats van dat het energie oplevert. In elke fase kan je dromen, maar alleen de droom die in de REM-slaap voorkwam kan je onthouden nadat je gewekt wordt. Na elke REM-slaap ontwaak je kort (vaak onbewust) en begint de slaapcyclus opnieuw.